zondag 3 februari 2019

Sketches of a Childhood: De dodelijke sneeuwstorm van 1979




    Wat een weertje Buur.  Godeverdommen en meer van dit soort krachttermen vlogen in de rondte op een mooie ochtend in een ondergesneeuwd dorp. Buurman Jack was zijn huis aan het uitgraven vanuit een metershoog dak van sneeuw. Wij als familie stonden te kijken naar een palet van wit met een mooi dak en op de achtergrond een prachtig blauw in de lucht. 
Wat een vreselijke wind ging er tekeer een dag van te voren en wat een vreselijke hoeveelheid sneeuw lag er in de tuin en wat kwam er nog bij. 10cm lag er maar liefst en wat wou ik daar graag in spelen. Al snel de boodschap dat het koud was en het was beter om niet buiten te gaan. Er werd via Radio Friesland gesproken over meters sneeuw en die zag ik uit het keukenraam niet. Helaas. Al snel en hoe en wat weet ik niet werd me duidelijk dat er toch een bijzonder iets aan de hand was. Het waaide, het vroor, het sneeuwde en dat is voor niemand goed. Kortom het land was in paniek en de familie was in lichtelijke onbalans.

     Boodschappen doen: Met de slee met zus Grietje naar de Spar winkel in het dorp aan de Oude Gracht. De familie Leeuwerik bestierde deze winkel in het voormalige werkgesticht op het Tweede.  Langs de zesde Wijk liepen we met de slee en een ijzige zeer vervelende wind blaasde in mijn gezicht. Klachten der herkenning gingen over en weer. Snijdende wind doet mensen verbinden bleek maar eens. Een Rotwind toen zou nu een Kutwind zijn. Aangekomen in de winkel konden we krijgen wat we wouden door het tijdstip en met een slede vol proviand ging de reis weer huiswaarts.  De wind deed de overmatige sneeuwval recht in mijn gezicht een poging tot geselen doen toekomen. Het niet zeiken en niet janken credo vanuit opvoeding deed me dit weerstaan.

     De gehele dag een prachtige wind met koude waar ik naar kijken kon en verder niets. tot na het eten. Een magisch moment openbaarde zich. We gaan buiten kijken en Janneman had de kleding en laarzen al aan. We gaan op pad, JieHoe.  Aan de hand van Heit en Cor op naar het Tweede toe. beschermt door de bomen viel het allemaal wel mee. Uiteindelijk valt aan deze schijnwerkelijkheid ook een einde te bespeuren en kreeg de wind op de rand van het bos vat op mijn persoon en dreigde ik al glijdend richting het kanaal te gaan.  De hand der handen greep me in mijn nek en zorgden er voor dat mijn groene laarzen contact maakten met het asfalt. Een onvermijdelijke schuif in de kolonievaart werd me hierdoor bespaart. Deze gebeurtenis hoe klein dan ook is me tot nu toe zo vaak verteld in geuren en kleuren door mijn vader  die het nu niet meer kan. Voor allebeide een hoogtepunt in ons leven. Ik het lijdend voorwerp die een windkracht > 8 niet kan weerstaan. Voor mijn vader op dat moment de trots van het beschermen van zijn kleine man voor een ongeval en gevaar.  Vaak verteld op feestjes en het ondergaan van mijn persoon met graagte.  Op de terugweg een soort wedstrijd wie het snelste kon asfaltschaatsen en die vermadelijde Cor won dat. Tja die speelde ook Eric Heiden en ik Hilbert van der Duim. Dan verlies je gewoon.

Maar wat ik niet begreep indertijd was waarom wij zo weinig sneeuw hadden. 10cm lag er in de tuin en bij buurman Jack lagen er meters sneeuw. Een natuurkundig principe werd me uitgelegd en ik begreep het tot zover ene snotventje het kan begrijpen.
Sneeuw waait niet door bomen heen maar blijft er tegen aan liggen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten